Bij kleding gaat vorm voor de kleur

Eerst de vorm, dan pas de kleur

Wie uit het modeaanbod de juiste kledingstukken weet te kiezen, onderstreept met de buitenkant de binnenkant. Hoe doe je dat?

Annemieke van den Berg interviewde Lida van Doorn en doet hiervan verslag in onderstaand artikel.

De vorm gaat voor de kleur

De basisprincipes

Veel mensen kiezen uit de kledingrekken wat ze leuk vinden of wat in de mode is. Maar hebben ze dan een outfit die hen werkelijk goed doet? Een beetje basiskennis over vorm en kleur helpt om op een andere manier naar mode te kijken. En dat is niet onbelangrijk, want wie de juiste kleding draagt, toont daarmee niet allereerst zijn jurk of pak maar vooral… zichzelf. Lida van Doorn zet wat basisprincipes uiteen (auteur van Overtuigen door uitstraling en Werk aan je charisma). Zo gaat bij het kiezen van kleding vormgeving vóór kleur. Kijk allereerst naar de vorm adviseert ze.

Domineert in een jasje de rechte belijning? Of zie je juist de ronde vormen? Kijk hiervoor naar de snit, het motief in de stof, naar de mouwinzet en naar de details, zoals kraag en revers, zakken en knopen. De vormen in de kleding gaan een wisselwerking aan met het gezicht. Ze contrasteren ermee of zorgen juist voor harmonie. Wordt het gezicht gekenmerkt door ronde lijnen, kies dan voor kledingstukken met ronde lijnen en vormen, is haar advies. Zijn er vooral rechte lijnen aanwezig, ga dan voor kleding waarin een rechte lijn overheerst.

De vorm gaat voor de kleur

Dat betekent niet, dat iemand met ronde gezichtsvormen geen geruite jas kan dragen en iemand met rechte lijnen geen bloemmotief. Het motief dient dan echter subtiel, meer vaag, te zijn. Kijk naar wat in een kledingstuk dominant is. Een overhemd of blouse kan bijvoorbeeld een kraag met scherpe hoeken (rechte lijnen) hebben, maar toch aansluiten bij een ronde gezichtsvorm, als ronde motieven in de stof het kledingstuk overheersen, waardoor de kraagvorm ondergeschikt wordt en wegvalt.

Harmonie, daar draait het uiteindelijk om bij de theorie van Lida van Doorn. Kleding doet iemand werkelijk goed als deze in harmonie is met de gezichtsvorm, gezichtskarakteristieken en daarnaast ook met de lichaamsbouw en de kleuring van huid, haar en ogen. En, niet in de laatste plaats, met iemands persoonlijkheid, zodat buitenkant en binnenkant elkaar versterken. Dán pas is het goed.

Tips

Recht of rond

Kijk goed naar de vorm van je gezicht. Kun je er als het ware een vloeiende lijn omheen zetten, een ovaal of een cirkel? Dan staan kleding en accessoires waarbij ronde vormen overheersen je goed. Kun je er meer een rechthoek omheen zetten? Zoek dan vooral kleding met rechte lijnen en vormen.

Lastig te zien? Test het met een effen T-shirt. Staat een v-hals je goed, dan kenmerken rechte lijnen je gezicht. Flatteert een ronde hals, dan geldt het omgekeerde.

Staat een ronde hals of vhals je goed?

Dessin en materiaal

Rechte dessins zijn strepen, ruiten, blokken of afgeleiden van rechte vormen, zoals een tulpmotief. Voorbeelden van ronde motieven zijn stippen, paisley of een bloemmotief zoals rozen. Ben je wat grof gebouwd? Draag stoffen met grote dessins. Zo niet, kies voor kleinere motieven. Bij een wat robuuste lichaamsbouw zijn ook grove stoffen een goede keus. Denk bijvoorbeeld aan grof gebreide truien of jasjes van grove tweet. Wie fijn gebouwd is, kan beter voor fijne breisels en weefsels kiezen.

Let jij op het dessin van je kleding?

Kijk goed

Durf nieuwe dingen uit te proberen. Kijk in de spiegel naar het effect van kleding. Bij kleding die flatteert, gaat de aandacht naar jou, niet naar je kleding of naar een lichaamsdeel. Jij met je kleding vormen een totaalbeeld, waardoor je boeiend en karakteristiek overkomt.

Dit interview met Lida van Doorn verscheen eerder in het tijdschrift Margriet. Voor de blog is de tekst iets aangepast en heb ik ons beeldmateriaal toegevoegd.

Is kleding je instrument of je valkuil?

Doe gratis de mini-cursus.

Start nu   ❯
Categorieën Blog